Achtergrond en doelstelling
Het chronisch subduraal hematoom (cSDH) is een extracerebrale omkapselde collectie van voornamelijk vloeibaar oud hematoom en is gelokaliseerd tussen de dura en het arachnoïd. De bloeding ontstaat door een beschadiging van een ankervene veelal na een licht hoofdtrauma. Ouderen lopen meer risico op het krijgen van een cSDH vanwege gegeneraliseerde cerebrale atrofie, toegenomen veneuze fragiliteit en frequenter gebruik van anticoagulantia. De verwachting is dat de incidentie van het cSDH zal toenemen door een vergrijzende populatie en daarbij het gebruik van anticoagulantia en thrombocyten aggregatieremmers.
De eerste symptomen ontstaan na een aantal weken door compressie van het hersenweefsel. Deze bestaan uit hoofdpijn, licht in het hoofd, cognitieve achteruitgang, apathie, somnolentie, epileptische aanvallen, regelmatig vallen en depressie. Andere symptomen van een cSDH zijn dysfasie, motorische zwakte en sensibiliteitsstoornissen.
Evacuatie van het cSDH middels chirurgie is effectief, maar brengt ook potentieel levensbedreigende risico’s met zich mee. In deze oudere populatie van kwetsbare patiënten met veelal multi-morbiditeit betekent chirurgie een risico op cognitieve achteruitgang en daarmee verlies van zelfstandigheid.
In vijf retrospectieve studies met tranexamine zuur (TXA), een antifibrinolytisch medicament, werd een gunstig effect gezien op de spontane oplossing van het hematoom, waarmee geen chirurgie nodig was.
De doelstelling van de TORCH-studie is om primair het effect van TXA op het voorkomen van chirurgie te onderzoeken. Deze behandeling wordt vergeleken met placebo. Daarnaast wordt er secundair gekeken naar afname in volume, verbetering van neurologische klachten, de verbetering op kwaliteit van leven en de kosten.